Ga voor vintage en (ver)koop tweedehands kleding
Een jeans maken kost gemiddeld 7500 liter water. Er is heel veel water nodig om katoenbollen te verbouwen. Bij het productieproces komt er vaak nog 500 liter water bij: 142 liter om te verven, 30 liter om te bleken, 188 liter om te printen en 136 liter voor de afwerking. Daarnaast heeft het ook impact op de atmosfeer: per kledingstuk wordt 20 kg CO₂ uitgestoten. Dit wordt gebruikt voor bijvoorbeeld het transport van de kleding.
Hoe pak je deze challenge aan?
Start met het opruimen van je kledingkast. Kleren die je nooit meer aan hebt kun je verkopen op Marktplaats, een tweedehands kledingwinkel of Vinted. Heb je nieuwe kleren nodig? Google dan eens op vintage en jouw woonplaats. Er zijn veel blogs én vlogs te vinden over toffe vintage- en tweedehandskleding. Dit scheelt ook een boel (kleed)geld!
Water bespaard
990 liter
CO₂ bespaard
2640 kg
op dit moment de challenge
hebben de challenge afgerond
Beter!
Ik wil een reminder ontvangen
Bedankt!
Je ontvangt nu een reminder.Meer weten?
Waarom is het gemiddeld 7.500 liter water per jeans?
Afhankelijk van waar de jeans is gemaakt, kan het 4000 tot wel 20.000 liter kosten. Hoe komt dit? Om katoen te maken is water nodig en wanneer katoen in een warm klimaat wordt gemaakt (India bijvoorbeeld) verdampt veel water en is veel irrigatie nodig.
Nog meer besparen met kleding?
Ja, dat kan! Er zijn steeds meer merken in opkomst die staan voor een duurzame productie. Het gaat daarbij niet alleen om het beperken van de CO₂-uitstoot, maar ook eerlijke lonen voor arbeiders en het gebruik van biologisch katoen. Een duurzaam merk kopen kan dus ook bijdragen aan het klimaat. Je kunt ook een jeans leasen via mudjeans. Wanneer je jeans versleten is of wanneer je na 12 maanden toe bent aan een nieuwe, kun je je jeans omruilen voor een nieuw paar. Je oude jeans wordt vervolgens gerecycled.