Klimaatverandering in het kort
Over ijstijden, steenkool en hamburgers
Zo lang de aarde bestaat verandert het klimaat. Dat is heel natuurlijk. In de ijstijden was het veel kouder dan nu. In de tijd van de dinosauriërs veel warmer. Maar sinds de industriële revolutie (19e eeuw) verandert het klimaat sneller dan ooit tevoren. Dat is niet natuurlijk en heeft grote gevolgen. Om die gevolgen niet uit de hand te laten lopen moeten we af van fossiele brandstoffen, mogen we niet treuzelen en moeten we alles doen wat we kunnen.
Klimaatwetenschappers hebben vastgesteld dat de mens voor de huidige klimaatverandering verantwoordelijk is. De laatste twee eeuwen zijn er treinen, auto’s en vliegtuigen ontwikkeld. We hebben miljoenen fabrieken gebouwd en elektriciteitscentrales. En die werken bijna allemaal op fossiele energiebronnen. Door aardolie, aardgas en steenkool te verbranden komt er extra CO2 in de lucht: koolstofdioxide. CO2 is een van de broeikasgassen: hoe meer CO2, hoe warmer het wordt.
Een ander broeikasgas is methaan. Dit komt vooral vrij bij landbouw en veeteelt. De gemiddelde koe is net zo schuldig aan klimaatverandering als de gemiddelde auto. Aten we vroeger dan geen vlees en zuivel? Natuurlijk wel. Maar sinds de industriële revolutie is de wereldbevolking spectaculair gegroeid. Er zijn 6 miljard mensen bijgekomen en steeds meer mensen zijn rijk genoeg om hamburgers te eten, op vliegvakantie te gaan en een wasdroger te kopen. Dus ook bevolkingsgroei en welvaart dragen bij aan klimaatverandering.