Vier klimaatscenario's van het KNMI
Over klimaatprojecties, uitstoot en de toekomst van Nederland
Het klimaat verandert. Dat is zeker. Maar wat betekent dat eigenlijk voor de toekomst van Nederland? Hoe moeten wij ons aanpassen? Het KNMI heeft vier scenario's ontwikkeld op basis van de wereldwijde klimaatprojecties van het IPPC.
Hoe ons klimaat veranderd is vooral afhankelijk van de hoeveelheid broeikasgassen die nog wordt uitgestoten. CO2 is hierbij het belangrijkste broeikasgas. Er zijn scenario's met een hoge en een lage CO2-uitstoot. Ook neerslagverandering speelt een rol. In elk scenario worden de zomers droger en de winters natter. Toch kan, wanneer je naar een heel jaar kijkt, het hele jaar droger of natter worden. Er zijn dus vier scenario’s:
- Hoge CO2-uitstoot en verdroging
- Hoge CO2-uitstoot en vernatting
- Lage CO2-uitstoot en verdroging
- Lage CO2-uitstoot en vernatting
In alle vier de klimaatscenario's komen extreme temperaturen, neerslag en droogte zoals we die de afgelopen jaren hebben gezien, vaker voor. Ook stijgt de zeespiegel verder in alle scenario's.
Hoe extreem deze veranderingen zijn hangt vooral af van de CO2-uitstoot. Zo zijn de gevolgen veel minder groot wanneer de wereld zich houdt aan het Klimaatakkoord van Parijs (scenario met lage CO2-uitstoot) dan wanneer de uitstoot blijft toenemen (scenario met hoge CO2-uitstoot). Het verschil? In het lage scenario zal de mondiale opwarming ongeveer 1,7°C in 2100 zijn. Wanneer we niets doen is dat 4,9°C.
Afhankelijk van het scenario moeten we ons op verschillende manieren aanpassen, zodat Nederland in de toekomst leefbaar blijft. Denk bijvoorbeeld aan het verhogen van dijken om overstromingen te voorkomen en het planten van bomen in steden om hitte tegen te gaan. De aanpassingen worden steeds moeilijker en duurder in de scenario’s met een hoge CO2-uitstoot. Het is dus in ieders belang om nú voldoende te investeren zodat toekomstige generaties ook droge voeten behouden.
Bron: KNMI.