Lokale maatregelen en participatie
Over minder CO₂-uitstoot, regionale plannen en meepraten
In het Klimaatverdrag van Parijs en het klimaatakkoord maakten we afspraken om de opwarming van de aarde te remmen. Er staat bijvoorbeeld in dat Nederland in 2050 energieneutraal wil zijn. Dit betekent dat alle gebouwen van het aardgas af moeten. Elektriciteit en warmte komen dan van duurzame bronnen.
Om dit goed te regelen is Nederland nu verdeeld in 30 energieregio’s. Elke regio kijkt waar grote zonnevelden en windmolens kunnen komen. Nederland is dichtbevolkt. Dus dat kan niet zomaar overal. Ook kijken de regio’s welke manieren van duurzaam verwarmen mogelijk zijn voor huizen en gebouwen. En of daar wel genoeg geld en de juiste infrastructuur voor is. Zo bedenkt elke regio een eigen plan. Dit schrijven ze op in de Regionale Energie Strategie (RES).
Gemeenten gebruiken de RES om op lokaal niveau te werken aan een duurzame toekomst. Dit doen ze samen met bedrijven en inwoners. Best lastig. Veel mensen willen wel duurzame energie, maar geen windmolen in hun achtertuin. Dat maakt participatie zo belangrijk: meepraten en meebeslissen over een duurzame plek om te wonen en werken. Daarbij is vaak aandacht voor jongeren. Voor hen staat er immers veel op het spel. Ook hebben ze vaak goede ideeën en kijken ze anders naar de toekomst.