Olieprijzen en vliegen
Honderden miljoenen jaren geleden ontstond olie doordat afgestorven plankton een laag vormde op de bodem van de oceaan. Op de laag plankton kwam een laag klei en zand waardoor de laag plankton afgesloten werd. Door de druk van de laag, de temperatuur en de zuurstofarme omgeving ontstond aardolie. De afbeelding toont het verloop aan van het ontstaan van aardolie.
Aardolie (en aardgas) wordt gebruikt voor benzine, brandstof voor vliegtuigen, verwarming, plastic, telefoonhoesjes en bijvoorbeeld de omhulsels van laptops. Aardolie is dus een veelzijdig product waar we veel gebruik van maken, zo lang er maar genoeg van is. Aardolie is namelijk een niet-vernieuwbare bron van energie, terwijl de zon en wind voorbeelden zijn van een vernieuwbare bron van energie.
Lees de artikelen Het probleem van fossiele brandstoffen van het thema Het klimaat verandert en Duurzame energie van het thema Energie moet anders.
1. Leg uit waarom aardolie een niet-vernieuwbare bron van energie is en de wind een voorbeeld van een vernieuwbare bron van energie.
De prijs van olie wordt bepaald door vraag en aanbod. De vraag ontstaat door mensen die willen tanken of bedrijven die aardolie als grondstof voor hun producten gebruiken. Het aanbod ontstaat door het oppompen van olie door oliemaatschappijen en olieproducerende landen.
2. Leg uit dat de prijs van olie stijgt als meer mensen met het vliegtuig op vakantie willen gaan.
3. Leg uit wat er met de prijs van olie gebeurd als er dagelijks miljoenen vaten meer worden opgepompt.
Bij de productie van olie komt CO₂ vrij dat zorgt voor klimaatverandering. Bij het gebruik van benzine voor een auto of vliegtuig komt ook CO₂ vrij en andere schadelijke stoffen. Als je een vliegticket koopt, dan betaal je onder andere voor het loon van bemanning, de service om van plek A naar plek B te worden gebracht en voor de brandstof. Sinds 2021 betaal je ook een vliegbelasting. Per 1 januari 2024 is dit €29,05 per vliegticket. Dit moet vliegen ontmoedigen en de uitstoot van schadelijke stoffen tegengaan.
4. Denk je dat de vliegbelasting per ticket voldoende is om vliegen te ontmoedigen? Waarom wel/niet?
Momenteel worden er ongeveer 100 miljoen vaten olie per dag wereldwijd opgepompt. In een vat zit gemiddeld bijna 160 liter olie. Vanwege de hoge olieconsumptie is de olievoorraad binnen 40 tot 100 jaar op. Met de bijkomende milieuverontreiniging moeten we op zoek naar een nieuwe bron van energie. Dit noemen we energietransitie. Een vorm van energietransitie kan zijn door stroom op te wekken via windenergie en zonne-energie.
5. Geef een voorbeeld van wat een gezin kan doen om zelf energie op te wekken.
Er zijn grote investeringen nodig om huizen en bedrijven aan te passen op een nieuwe en schone energievorm. Het plaatsen van één windmolen kost gemiddeld € 2 tot 3 miljoen! Daarentegen kunnen windmolens veel energie leveren voor een lange tijd. Stel dat de overheid aan iedere werkende Nederlander vraagt om eenmalig € 1.500 te betalen om een gigantisch windmolenpark te bouwen in de Noordzee.
6. Bespreek met een klasgenoot of je bereid bent om dit bedrag te betalen voor een grote slag in de energietransitie. Leg uit waarom je voor of tegen bent.
